In Muurkerken valt weinig te beleven. Tenminste, zo denken de kinderen van de familie Bruggen erover. Zij zijn er immers opgegroeid en in hun straat wonen geen kinderen. Vooral Sandra vindt het heel erg dat ze in zo een bejaardenlaantje woont. Zo denkt Sandra erover, tot ze ziet dat het huis dat al zo lang leeg staat verkocht is. Tot haar grote geluk komt er een gezin met maar liefst acht kinderen wonen! Hoe geweldig is dat. Ook voor haar zusje Monique is het een welkome verassing, nu ze met de ziekte van Pfeiffer op bed ligt in de zomer. Nu kan mevrouw Boskamp tenminste alle nieuwtjes aan haar vertellen. Dan weet ze het als eerste en dat is wel heel spannend. Sandra’s tweelingbroer Jeroen vindt het niet zo belangrijk, maar stiekem vindt ook hij het wel spannend.

Het klikt al snel met de kinderen van het nieuwe gezin. Ze heten familie van Til en de vader is de nieuwe huisarts. Vooral met Jojanneke en Daan kunnen ze goed opschieten, wat een geluk dat ze na de zomer bij elkaar op school komen. Maar eerst is er nog genoeg tijd om te genieten van het warme weer. Nadat het huis helemaal ingeruimd is, is er genoeg tijd om lekker naar het zwembad te gaan of in de tuin te luieren en elkaar nat te spuiten (zelfs de dokter wordt nat!). Daarbij moeten ze wel oppassen dat hun jongere broertjes Boris en Martijn niet weer kikkers in een pan verstoppen. Want dat hadden ze gedaan en oh wat een pret hadden ze toen deze bij mevrouw Boskamp en hun zus Marleen in de keuken uit de pan sprongen! Het is zo een drukte bij de familie van Til, het lijkt wel een duiventil waarin alle duiven in en uit vliegen!

Maar na een fijne zomer gebeurt er iets wat niet zo leuk is. Dokter van Til wordt opgeroepen naar een ongeluk, maar wat hij dan ziet. Jojanneke heeft een ongeluk gehad en ze is buiten bewustzijn! Jojanneke wordt naar het ziekenhuis gebracht en het is de vraag of ze er ooit nog bovenop komt.Gelukkig gelooft de familie van Til dat God haar zal beschermen. Jojanneke komt er gelukkig ook wel weer boven op, al duurt het heel erg lang dat ze in het ziekenhuis moet liggen. Ze heeft een heleboel breuken en moet lang herstellen. Op haar zaal ontmoet ze een bijzonder meisje. Carla heet ze en zij en Jojanneke worden goede vriendinnen. Carla gelooft niet in God, maar is er wel heel nieuwsgierig naar. Zou Jojanneke haar meer over God en Jezus kunnen vertellen? En hoe zal het aflopen met die jongen die elke dag bij Jojanneke kwam kijken toen ze in coma lag? En hoe gaat het tussen Sandra en Daan nu hij een opleiding tot piloot gaat volgen? Lees het in deel 1 van De Duiventil!